Hoe kan een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool bijdragen aan de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen?

Geplaatst op 28 mei 2019

Samenvatting

De invloed van een doorgaande lijn (inhoudelijke en procesmatige afstemming) van voor- naar vroegscholen op leerprestaties en sociaal-emotioneel functioneren is slechts in één studie onderzocht. De onderzoekers vonden geen bewijs voor dit verband. Er is wel onderzoek naar factoren die een rol spelen bij de overgang van voorschool naar basisschool. Maar daarin zijn effecten op leerprestaties en sociaal-emotioneel functioneren niet meegenomen. Wel blijkt dat ouderbetrokkenheid belangrijk is, net als samenwerking tussen professionals rond de inhoud en het volgen van de ontwikkeling van kinderen. Verder kan een soepele overgang een positief effect hebben op de aanpassing van kinderen aan de nieuwe situatie.

Een complex van factoren speelt een rol bij de overgang van voorschool naar basisschool. Een doorgaande lijn kan plaatsvinden op drie niveaus.

  1. Institutioneel: weinig systeemscheiding, nauwe banden tussen de twee schoolsoorten.
  2. Sociaal: kinderen zijn goed voorbereid, weten wat ze kunnen verwachten en wat er van hen wordt verwacht.
  3. Curriculum: soepele overgang in het curriculum (zelfde teksten, zelfde thema’s).

Verder zijn er bij de overgang van de voorschool naar school drie soorten samenwerking:

  1. tussen voorschool en school
  2. tussen voorschool en ouders
  3. tussen school en ouders.

Samenwerking voorschool – school

In een Nederlands onderzoek is nagegaan of de mate waarin VVE-voorscholen en -vroegscholen samenwerken een relatie heeft met latere leerprestaties en sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen. Een verband tussen een sterkere doorgaande lijn en prestaties van leerlingen is niet gevonden. De verklaring die de onderzoekers hiervoor hebben, is dat de sterkste doorgaande lijn waarschijnlijk te vinden is bij de instellingen en scholen met de ‘zwakste’ leerlingpopulatie. Een doorgaande lijn alleen is dan niet voldoende om de zwakkere prestaties van die groep VVE-leerlingen te kunnen compenseren.

Een brede samenwerking tussen alle partijen levert een positieve bijdrage aan een soepele overgang van voorschool naar school en daardoor aan het welbevinden van kinderen. Dat betreft dan de samenwerking tussen professionals van voorschool en school, met een belangrijke rol voor ouders en kinderen.

Voorbereiding van kinderen

Een doorgaande lijn voor kinderen kan worden bewerkstelligd door kinderen competenties bij te brengen die zij nodig hebben op school. De school kan kinderen laten wennen en uitleggen leggen hoe het er aan toegaat op school. Het is gunstig als kinderen van de voorschool samen op school gaan kijken om te wennen aan de nieuwe omgeving en aan andere manieren van leren. Het helpt ook als een ouder kind als mentor optreedt en als het curriculum doorloopt. En het is positief als de leerkrachten zich verdiepen in de achtergrond van de nieuwe leerlingen.

Ook voelen kinderen zich zekerder als zij zich omringd weten door vriendjes. Daarom verdient het aanbeveling om vriendjes bij elkaar in de klas te zetten. Ten slotte is het deel uitmaken van de gemeenschap en het ontwikkelen van een identiteit van groot belang. Het is om die reden raadzaam om de thuiscultuur en de schoolcultuur samen te brengen.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Karin Hoogeveen (Sardes) en Sandra Beekhoven (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller: gemeente beleidsmedewerker onderwijs

Vraag

Welke kenmerken van een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool dragen bij aan de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling van VVE-kinderen?

Kort antwoord

Onder een doorgaande lijn van voor- naar vroegschool verstaan we: een procesmatige en inhoudelijke afstemming tussen voorzieningen bij de overgang/transitie van de voorschool naar de school.

Er is slechts een onderzoek naar het verband tussen de mate waarin VVE-voorscholen en vroegscholen samenwerken en de latere leerprestaties en sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen. De onderzoekers vonden geen bewijs voor dit verband.

Er is wel veel onderzoek beschikbaar naar factoren die een rol spelen bij de overgang van kinderen van de voorschool naar school, zonder dat daarbij in wordt gegaan op effecten van een doorgaande lijn op de cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen. Uit het beschikbare onderzoek weten we, dat een complex van factoren een rol speelt en dat die in samenhang van belang zijn. Een veelgebruikt theoretisch model (Bronfenbrenner, 1979) sluit hierbij aan door onderscheid te maken tussen de diverse niveaus - instituties, kind, ouders.

Toelichting antwoord

Inleiding

Vanuit de veronderstelling dat de overgang naar het basisonderwijs een belangrijk moment is dat effect heeft op de ontwikkeling, ook voor de lange termijn, besteden gemeenten in het VVE-beleid aandacht aan een doorgaande lijn van voor- naar vroegschoolse educatie. Is er empirisch bewijs voor de samenhang tussen een doorgaande lijn tussen de voorschool en de basisschool enerzijds en de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen anderzijds?

We vatten een doorgaande lijn tussen voorschool en basisonderwijs als volgt op: een procesmatige en inhoudelijke afstemming tussen voorzieningen bij de overgang/transitie van de voorschool naar de school.

Samenhangende factoren in de doorgaande lijn

In veel onderzoek naar de aansluiting tussen onderwijssoorten en dus ook tussen voorschool en school, wordt uitgegaan van een model van Bronfenbrenner (1979) die benadrukt dat het starten op school niet in een vacuüm plaatsvindt, maar binnen diverse sociaal-culturele contexten vorm krijgt. Het model onderscheidt factoren die gerelateerd zijn aan het kind, aan het gezin en aan beide voorzieningen. Relaties tussen de verschillende actoren bouwen bruggen tussen voorschoolse voorzieningen en het basisonderwijs, en de professionals zijn daarbij van essentiële waarde. Alle betrokkenen, dus ook ouders en het kind zelf, kunnen eraan bijdragen dat een kind een goede start heeft op de basisschool.

Op basis van een literatuurstudie concluderen ook Dekker e.a. (2016) dat een complex aan factoren een rol spelen bij de transitie. Een doorgaande lijn bewerkstelligd kan worden op drie niveaus:

  1. Institutioneel: weinig systeemscheiding, nauwe banden tussen de twee schoolsoorten.
  2. Sociaal: kinderen zijn goed voorbereid, weten wat ze kunnen verwachten en wat er van hun wordt verwacht.
  3. Curriculum: soepele overgang in het curriculum (zelfde teksten, zelfde thema’s).

Fabian en Dunlop (2007) hebben het model van Bronfenbrenner toegepast op de overgang van voorschool naar school en dit in een figuur ondergebracht (zie hieronder).

In de middelste cirkel, om het kind, staan zes factoren. Het dichtst bij het kind: relaties, curriculum en pedagogiek. Daaromheen zien we: leerkrachten, gezin en leeftijdgenoten. Verder zien we bij de transitie van de voorschool naar school drie soorten samenwerking:

  1. tussen voorschool en school
  2. tussen voorschool en ouders
  3. tussen school en ouders.

Bron: Dunlop (2003), gebaseerd op Bronfenbrenner’s (1979).

Onderzoek naar de overgang van voorschool naar school

Hoewel het model van Bronfenbrenner dikwijls als theoretisch concept wordt gebruikt, is er geen studie gevonden waarin alle factoren uit het model van Bronfenbrenner in samenhang empirisch zijn onderzocht en waarin geanalyseerd is welke factoren van meer of minder invloed zijn op de ontwikkeling van kinderen.

Wel zijn er studies naar verschillende aspecten van de doorgaande lijn. Die bespreken we hier, waarbij we als eerste aandacht besteden aan het enige onderzoek dat de invloed op de ontwikkeling van de kinderen analyseerde.

Samenwerking voorschool – school

In een Nederlands onderzoek is nagegaan of de mate waarin VVE-voorscholen en - vroegscholen samenwerken een relatie heeft met latere leerprestaties en sociaal- emotioneel functioneren van leerlingen. Er is door middel van interviews onderzocht op welke manier VVE-voorschoolse instellingen en basisscholen een doorgaande lijn realiseren, zowel in programma en aanpak als in een kindvolgsysteem en de overdracht van gegevens. Vervolgens is met behulp van het pre-COOL-cohortonderzoek nagegaan of er een samenhang is tussen een sterkere doorgaande lijn en prestaties van leerlingen.
Daaruit kwam geen verband naar voren. De verklaring die de onderzoekers hiervoor hebben, is dat de sterkste doorgaande lijn waarschijnlijk te vinden is bij de instellingen en scholen met de ‘zwakste’ leerlingpopulatie. Een doorgaande lijn alleen is dan niet voldoende om de zwakkere prestaties van die groep VVE-leerlingen te kunnen compenseren, zo lezen we in het rapport (Veen e.a. 2013).

Fabian en Dunlop (2007) verrichtten een literatuurreview naar de overgang van de voorschool naar school en de mate waarin dit voor kinderen soepel verliep. Daarnaast analyseerden zij ‘good practices’ in een groot aantal landen. Zij concluderen dat een brede samenwerking tussen alle partijen een positieve bijdrage levert aan een soepele overgang van voorschool naar schools en daardoor aan het welbevinden van kinderen.
Dat betreft dan de samenwerking tussen professionals van voorschool en school met een belangrijke rol voor ouders en kinderen.

Samenwerking met ouders bij de overgang van voorschool naar school

Er is veel onderzoek gedaan naar de ervaringen en de rol van ouders bij de overgang van hun kind naar school (Zie bijvoorbeeld: Giallo e.a., 2010; Arndt e.a., 2013; Fukkink e.a., 2016). Het gaat hier vooral om beschrijvingen van de bestaande praktijken, van ouderbetrokkenheid als onderdeel van de doorgaande lijn. Sommige onderzoeken gaan over ouders in het algemeen, andere over specifieke groepen ouders, bijvoorbeeld laagopgeleid, met een migrantenachtergrond, met een kind dat speciale ontwikkelingsbehoeften heeft etc. De conclusie is meestal dat de rol van ouders van belang is voor een soepele overgang, maar in hoeverre dat effect heeft op de ontwikkeling van kinderen, is niet onderzocht.

Voorbereiding van kinderen

Fabian en Dunlop (2007) hebben in hun onderzoek gevonden dat een doorgaande lijn voor kinderen bewerkstelligd kan worden door kinderen competenties bij te brengen die zij nodig hebben op school. Daarin kan de school een belangrijke rol spelen door kinderen te laten wennen en uit te leggen hoe het er aan toegaat op school. Het is positief als kinderen alvast samen met leeftijdgenoten van de voorschool op school gaan kijken om te wennen aan de nieuwe omgeving en aan andere manieren van leren; als een ouder kind als mentor optreedt; als het curriculum doorloopt en; als de leerkrachten zich verdiepen zich in de achtergrond van de nieuwe leerlingen.

Ook voelen kinderen zich zekerder als zij zich omringd weten door vriendjes. Daarom verdient het aanbeveling om vriendjes bij elkaar in de klas te zetten. Tenslotte is het deel uitmaken van de ‘community’ en het ontwikkelen van een identiteit van groot belang. Het is om die reden raadzaam om de thuiscultuur en de schoolcultuur samen te brengen.

Doorgaande lijn in het volgen van de ontwikkeling van kinderen

In Schotland is onderzocht in hoeverre continuïteit in de begeleiding van professionals bijdraagt aan een succesvolle start in het basisonderwijs (Dunlop, 2003). De veronderstelling is dat wanneer het basisonderwijs voortbouwt op datgene wat kinderen in de voorschoolse periode hebben geleerd, dit een positief effect heeft op de ontwikkeling van kinderen (in het algemeen).

Uit de interviews die voor dit onderzoek werden gehouden met verschillende professionals[1] over 28 kinderen bleek dat er verschillen zijn in de interpretatie van de ontwikkeling van kinderen tussen voorscholen en scholen. Ondanks dat er dezelfde taal (terminologie) werd gebruikt bleken er grote discrepanties te kunnen zijn in wat professionals bedoelen met bepaalde termen. Het onderzoek wijst daarmee op het belang van het gesprek tussen beide groepen professionals. Een studie van Oberon (2015) naar de pilot met startgroepen voor peuters bracht naar voren dat een gedeelde regievorming (deels bij de school, deels bij de voorschool) gunstiger uitpakte voor een inhoudelijke samenwerking dan regie in handen van een van beide partijen.

Een voorbeeld uit de overgang naar het voortgezet onderwijs

Er is in Engeland een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar de transitie van basis- naar voortgezet onderwijs (Sylva e.a., 2008).[2] Dat is weliswaar een andere overgang, maar een groot deel van de resultaten lijken ook bruikbaar voor de overgang naar het basisonderwijs. Op basis van de antwoorden zijn factoren naar voren gekomen die een soepele overgang hebben bevorderd, dan wel in de weg hebben gestaan. Er werd gekeken in hoeverre ouders en kinderen rapporteerden dat de kinderen zich goed en snel hadden aangepast aan de nieuwe school. Er is dus niet specifiek naar cognitieve resultaten van kinderen gekeken, maar wel naar sociaal-emotionele aspecten. De onderzoekers onderscheiden institutionele en kindfactoren.

Institutionele succesfactoren

  • Leerlingen kunnen zich in de eerste periode op een relaxte manier oriënteren (gebouw, regels)
  • Leerlingen krijgen ondersteuning bij het huiswerk
  • PO bezoekt VO
  • Gelegenheid om nog voor de daadwerkelijk overgang te ‘proeven’
  • Uitgebreide informatie over het vervolgonderwijs
  • Assistentie bij lessen en huiswerk
  • Assistentie bij studievaardigheden

Succesfactoren op kindniveau

  • Een attitude waarbij zij uitzien naar het vervolgonderwijs en er interesse in hebben
  • Vriendelijkheid van de oudere kinderen op school
  • Tegelijk met vrienden overgaan naar een andere school
  • Oudere broers of zussen op de school waar ze naartoe gaan

Conclusie

Een onderzoek naar de effecten van de samenwerking tussen de voorschool en het basisonderwijs op de cognitieve en sociaal- emotionele ontwikkeling van VVE-kinderen vond geen bewijs voor een positief effect. Voor het overige zijn er geen onderzoeken gevonden die antwoord geven op de vraag in hoeverre verschillende elementen uit een doorgaande lijn bijdragen aan de cognitieve of sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.

Er is weliswaar vrij veel onderzoek verricht naar de transitie, maar dat is vooral beschrijvend: hoe verloopt de overgang van voorschool naar school. Daarin worden perspectieven van professionals, ouders en kinderen onderzocht. Er wordt in die studies niet gezocht naar verbanden met schoolprestaties, maar er wordt wel verondersteld dat een goede doorgaande lijn daarvoor belangrijk is. Het met wetenschappelijk onderzoek aantonen van deze veronderstelling vraagt het langdurig en uitgebreid volgen van kinderen.

Beschrijvend onderzoek biedt ondersteuning voor het belang van aspecten van doorgaande lijn zoals ouderbetrokkenheid en samenwerking tussenprofessionals rond de inhoud en het volgend van ontwikkeling van kinderen. Wat we verder weten is dat een soepele overgang een positief effect kan hebben op de aanpassing van kinderen aan de nieuwe situatie. Als we dat interpreteren als sociaal-emotioneel welbevinden, dan kunnen we concluderen dat zowel factoren op institutioneel niveau als op kindniveau een rol spelen.

Geraadpleegde bronnen

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

E-learning module
Zone van naaste ontwikkeling
Zone van naaste ontwikkeling
Gratis module over het oudere kind
Wij-leren.nl Academie 
Cursus
Expert kleuterontwikkeling
Expert kleuterontwikkeling
Sensomotorische, sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kleuters
Medilex Onderwijs 
Passend Onderwijs
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.
Aurecool ondersteunt jou bij begrijpen en bevorderen van de soc-emo ontwikkeling van elke leerling.
Aurecool 
Meer inzicht in gedrag leerling met Aurecool.opbrengstgericht onderwijs voor jonge kinderen
Betekenisvolle opbrengsten voor jonge kinderen
Bea Pompert
Ouders en VVE
Ouderbetrokkenheid in voor- en vroegschoolse educatie
Annemieke Top
Gelijke kansen
Sociaal milieu nog altijd van invloed op schoolloopbaan
Annemieke Top
Ouderbetrokkenheid in VVE
Ouderbetrokkenheid in VVE
Peter de Vries
Fase jonge schoolkind
De fase van het jonge schoolkind - kunnen kleuters leren lezen?
Ewald Vervaet
Werken in een kleuterwereld
Werken in een kleuterwereld - met juf Bianca
Marleen Legemaat
Ontwikkeling jonge kind
Naar school - Psychologie van 3 tot 8 jaar
Arja Kerpel
Meer ruimte vrij spel
Psychosociale ontwikkeling jonge kinderen gebaat bij vrij spel
Louise Berkhout
Verwachtingen
Verwachtingen van het jonge kind
Sieneke Goorhuis


Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



jonge kind
kleuter
ontwikkelingsgebieden
voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest