Wat zijn goede behandelmethodes bij spraakproblemen?

Geplaatst op 21 december 2017

Samenvatting

Er zijn maar twee onderzoeken gedaan naar effectieve behandelmethodes voor de combinatie van motorische articulatieproblemen en stotteren. De onderzochte groepen waren klein. Beide onderzochte behandelmethodes leverden goede resultaten op: zowel het stotteren als de articulatieproblemen verminderden. Bij deze behandelmethodes werd PROMPT niet ingezet.

Stotteren

Over eventuele andere effectieve behandelmethodes voor articulatieproblemen in combinatie met stotteren zijn slechts twee publicaties verschenen. In één studie werd de simultane behandeling van stotteren en fonologische problemen bij vier kinderen (SF) vergeleken met de behandeling van vier kinderen die alleen stotteren (S). Het ging om groepstherapie van zowel kinderen als ouders gedurende een schooljaar. De behandeling voor het stotteren was indirect en gericht op met elkaar spreken zonder communicatieve druk. De fonologische therapie bestond onder andere uit auditief bombardement (kind bombarderen met woordne met de te leren klank) en recasten  van verkeerd uitgesproken klanken. Recasten is als een kind zou zeggen ‘de tot’ over de klok. Luchtig herhalen van het woord, maar dan met de juiste uitspraak .

De resultaten lieten zien dat de stotterfrequentie 15% of meer daalde voor drie van de vier kinderen in de S-groep en voor twee van de vier kinderen in de SP-groep. Wat betreft de fonologie: alle vier de kinderen uit de SP-groep toonden een vermindering van minstens 25% van de fonologische processen (hierbij gaat het vormen van klanken en lettergrepen mis) die waren aangepakt. Echter, fronting en stopping waren sterker verminderd dan gliding en devoicing. Fronting, stopping, gliding en devoicing zijn voorbeelden van hoe kinderen klanken door andere klanken vervangen.

Klankproductie

In de andere studie werd een directe behandeling voor het stotteren, het Lidcombe Programma, gecombineerd met therapie voor de klankproductieproblemen. Vier kinderen hadden voornamelijk fonologische problemen en één kind had een combinatie van fonologische en fonetische problemen. Eenmaal per week werd therapie gegeven. De eerste twee-drie keer alleen stottertherapie en daarna werd de stottertherapie gecombineerd met klankproductietherapie. Thuis moesten ouders twee keer per dag 10-15 minuten oefenen met het kind, één keer specifiek voor het stotteren en één keer voor de klankproductieproblemen. De aard van de therapie voor de klankproductieproblemen was per kind verschillend en hing af van de aard van het klankproductieprobleem. Vier van de vijf kinderen hadden voornamelijk lichte, of licht tot matige fonologische problemen. Bij één kind waren laterale /s/klanken erg bepalend voor verminderde verstaanbaarheid.

Twaalf maanden na aanvang van de therapie hadden vier van de vijf kinderen de eerste fase van het Lidcombe Programma afgerond en spraken vloeiend (dit was na 14 tot 22 behandelingen). Het kind waarbij de stottertherapie geen effect had, vertoonde  zorgelijk probleemgedrag, waarvoor het na een jaar is doorverwezen. Alle vijf kinderen waren vooruitgegaan in hun klankproductie. Na het jaar van behandeling waren de kinderen echter nog niet uitbehandeld.

Over de effectiviteit van de PROMPT-methode bij kinderen die niet alleen motorische articulatieproblemen hebben, maar ook stotteren, is tot op heden niet gepubliceerd. Deze kinderen zouden kunnen profiteren van het onderdeel van PROMPT dat de timing van lettergrepen versterkt.

Ervaring

De ervaring van expert Franken is dat klankproductietraining goed in te zetten is in combinatie met het Lidcombe programma nadat de eerste fase 1 is afgerond. Tijdens de ‘Restart-DCM’ behandeling voor stotteren zijn klankproductieproblemen – motorische en fonologische – heel goed aan te pakken nadat de verwachtingen ten aanzien van het vloeiend spreken zijn verlaagd. De PROMPT benadering is geen onderdeel van het gestandaardiseerde protocol van Restart-DCM. PROMPT is echter een goede optie om in het motorisch domein, bij het trainen van de mogelijkheden voor vloeiendheid van het kind, in te zetten bij kinderen met motorische klankproductieproblemen. Tactiele feedback (waarbij de logopedist het kind met haar handen laat voelen hoe een klank wordt gemaakt), zoals toegepast in PROMPT, zal geen verhoogde communicatieve druk geven. Een kind ervaart communicatieve druk als de behandelaar te veel van hem verwacht bij praten of vertellen.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Georgia Vasilaras (Kennismakelaar Kennisrotonde)
Vraagsteller:Logopedist op het speciaal onderwijs
Geraadpleegde expert: Dr. M.C. Francken, Erasmus Medisch Centrum

Vraag

Is er wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de PROMPT-methode bij kinderen die naast problemen met motorische articulatieproblemen ook stotteren?

Als dat niet zo is, zijn er andere bewezen effectieve behandelmethodes voor articulatieproblemen in combinatie met stotteren?

Kort antwoord

Er zijn maar twee onderzoeken gedaan naar effectieve behandelmethodes voor de combinatie van motorische articulatieproblemen en stotteren. De onderzochte groepen waren klein. Bij de onderzochte behandelmethodes werd PROMPT niet ingezet. Beide onderzochte behandelmethodes leverden goede resultaten op: zowel het stotteren als de articulatieproblemen verminderden.

Toelichting antwoord

Over de effectiviteit van de PROMPT-methode bij kinderen die naast problemen met motorische articulatieproblemen ook last hebben van stotteren is tot op heden niet gepubliceerd. Kinderen die articulatieproblemen op motorische basis hebben en tevens stotteren zouden kunnen profiteren van het onderdeel van PROMPT dat de timing van lettergrepen versterkt.

Over eventuele andere effectieve behandelmethodes voor articulatieproblemen in combinatie met stotteren zijn slechts twee publicaties verschenen. Conture et al (1993) beschrijven de simultane behandeling van stotteren en fonologische problemen in vier kinderen (SF) en vergelijken deze met de behandeling van vier kinderen die alleen stotteren (S). Het ging om groepstherapie van zowel kinderen als ouders gedurende een schooljaar.  De behandeling voor het stotteren was indirect en gericht op met elkaar spreken zonder communicatieve druk.

De fonologische therapie bestond o.a. uit auditief bombardement en recasten van verkeerd uitgesproken klanken. De resultaten lieten zien dat de stotterfrequentie 15% of meer daalde voor drie van de vier kinderen in de S-groep en voor twee van de vier kinderen in de SP-groep. Wat betreft de fonologie: alle vier de kinderen uit de SP-groep toonden een vermindering van minstens 25% in de fonologische processen die waren aangepakt; echter, fronting en stopping waren sterker verminderd dan gliding en devoicing.

Unicomb et al (2017) combineerden een directe behandeling voor het stotteren, namelijk het Lidcombe Programma, met therapie voor de klankproductieproblemen – vier kinderen hadden  voornamelijk fonologische problemen; één kind had een combinatie van fonologische en fonetische problemen. Eenmaal per week werd therapie gegeven: de eerste twee-drie keer alleen stottertherapie en toen werd de stottertherapie gecombineerd met klankproductietherapie. Thuis moesten ouders twee keer per dag 10-15 minuten oefenen met het kind, één keer specifiek voor het stotteren en één keer voor de klankproduktieproblemen.

De aard van de therapie voor de klankproductieproblemen was per kind verschillend en hing af van de aard van het klankproductieprobleem. Vier van de vijf kinderen hadden voornamelijk lichte, of licht tot matige fonologische problemen; bij één kind waren laterale /s/klanken erg bepalend voor verminderde verstaanbaarheid. Twaalf maanden na aanvang van de therapie hadden vier van de vijf kinderen Fase 1 van het Lidcombe Programma afgerond en spraken vloeiend (dit was na 14 tot 22 behandelingen). Bij het kind waarbij de stottertherapie geen effect had, werd aangegeven dat er zorgelijk probleemgedrag was waarvoor het kind na een jaar is doorverwezen. Alle vijf kinderen waren vooruitgegaan in hun klankproductie –één al heel snel; dit ging om een zeer licht probleem. Echter, na het jaar van behandeling waren de kinderen nog niet uitbehandeld. Bij één kind, degene met de opvallende lateraliteit, ging de klankproductie pas vooruit nadat in de stottertherapie Fase 1 was bereikt. In dit laatste onderzoek was er een vrij zware belasting voor ouders.

De ervaring van de expert die dit antwoord heeft geschreven, is dat klankproductietraining goed in te zetten is in combinatie met het Lidcombe programma nadat Fase 1 is afgerond (Franken, 2014). Tijdens Restart-DCM behandeling (Franken en Putker, 2012) zijn klankproductieproblemen - motorische en fonologische – heel goed aan te pakken nadat de verwachtingen ten aanzien van het vloeiend spreken zijn verlaagd. De PROMPT benadering is geen onderdeel van het gestandaardiseerde protocol van Restart-DCM, maar is een goede optie om in het motorisch domein, bij het trainen van de Mogelijkheden voor vloeiendheid van het kind, in te zetten bij kinderen met motorische klankproductieproblemen: tactiele feedback, zoals toegepast in PROMPT, zal geen verhoogde druk communicatieve druk geven. 

Geraadpleegde bronnen

  • Conture, E.G., Louko L.J., and Edwards M.L. (1993). Simultaneously Treating Stuttering and Disordered Phonology in Children: Experimental Treatment, Preliminary Findings. American Journal of Speech-Language Pathology, Vol. 2:72-81. doi:10.1044/1058-0360.0203.72 http://ajslp.pubs.asha.org/article.aspx?articleid=1774352
  • Franken, M.C. (2014)  L'approche Lidcombe dans l'optique des Pays-Bas. A.N.A.E.  N° 130 (26), Tome III, 243-250.
  • Franken, M.C. & Putker, D. (2012). Restart-DCM Werkwijze. Behandelprotocol ontwikkeld in het kader van het ZonMW project Cost-effectiveness of the Demands and Capacities Model based treatment compared to the Lidcombe programme of early stuttering intervention: Randomised trial. http://www.nedverstottertherapie.nl
  • Unicomb R, Hewat S, Spencer E, Harrison E. (2017) Evidence for the treatment of co-occurring stuttering and speech sound disorder: A clinical case series. International Journal of Speech-Language Pathology (19) Mar 14:1-14. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/17549507.2017.1293735
  • Namasivayam, AK, Pukonen M, Goshulak D, Yu VY, Kadis DS, Kroll R, Pang EW, De Nil LF (2013). Relationship between speech motor control and speech intelligibility in children with speech sound disorders. Journal of Communication Disorders, 46 (3). May-Jun, 264-80. http://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0021992413000087

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Fonologische zwakte in de klas: (h)erkenning en interventie
Hoe functioneren kinderen met fonologische zwakte auditief en communicatief in de klas? -2-
Jeanne Buijks
Speciale hulp bij spreekvaardigheid en woordenschat
Speciale hulp bij de ontwikkeling van de spreekvaardigheid -6-
Jeanne Buijks
Fonologische problemen materialen en bronnen
Hulp bij fonologische problemen; Intro en overzicht
Jeanne Buijks
Luister je wel naar mij?
Luister je wel naar mij? - Tips voor gespreksvoering met kinderen
Arja Kerpel

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



stotteren
zelfvertrouwen

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest