Wat is een effectieve methode om pesten tegen te gaan?

Geplaatst op 7 maart 2018

Samenvatting

Pesten binnen het onderwijs kan worden teruggedrongen; een aantal antipestprogramma’s is effectief gebleken. Effectieve aanpakken combineren interventies op school-, klassikaal en individueel niveau. Antipestprogramma’s richten zich veelal op een breed scala aan doelen; niet alleen het terugdringen van pesten, maar ook het bevorderen van welbevinden, weerbaarheid, het aanleren van sociaal gedrag, et cetera. Welk programma voor een bepaalde school de beste keus is, hangt af van de context en de concrete doelen die de school ermee wil bereiken.

Pesten in het onderwijs is een wijdverbreid probleem met grote consequenties voor leerlingen, nu en in hun latere leven. Preventie van pesten krijgt dan ook steeds meer aandacht. Een groot aantal programma’s is ontwikkeld om scholen te helpen pesten terug te dringen. Daarin zijn verschillende typen programma’s te onderscheiden. Er zijn universele programma’s die gericht zijn op de hele klas of de hele school om de groepsdynamiek achter pesten aan te pakken. En er zijn selectieve programma’s, bedoeld voor specifieke kinderen die gerichte aandacht vragen. Dit kunnen kinderen zijn die pesten of die gepest worden. Maar ook kinderen die zelf niet bij pesten betrokken zijn, maar wel een rol kunnen spelen in het verminderen daarvan.

Andere interventies hebben een bredere focus dan pesten alleen. Dit zijn bijvoorbeeld schoolprogramma’s die sociale vaardigheden of weerbaarheid van leerlingen versterken. Of interventies die zich richten op het bevorderen van een positief schoolklimaat. Om tot een goede keus te komen, is het belangrijk dat het programma past bij de context van de school en de beoogde doelen.

De (bewezen) effectiviteit van antipestprogramma’s

Voor het voorkomen en terugdringen van pesten blijkt vooral een schoolbrede aanpak goede resultaten op te leveren. Zo’n aanpak combineert interventies op school-, klassikaal en individueel niveau. Het accent ligt vaak op het voorkómen van pesten. De interventies zijn effectiever als deze meerdere sociale systemen rond kinderen betrekken, zoals de schoolomgeving, thuisomgeving en leeftijdsgenoten. Individuele interventies en maatregelen lijken niet of minder effectief te zijn, of in sommige gevallen het pesten zelfs te verergeren.

Werkzame bestanddelen in effectieve aanpakken zijn:

  • aandacht voor een goed schoolklimaat
  • toezicht op het schoolplein
  • disciplinerende methoden in de klas en op school
  • training voor leerkrachten over pesten
  • de vorming van teams van leerkrachten, leerlingen en eventueel schoolmaatschappelijk werkers, die samenwerken bij het begeleiden van kinderen die gepest worden en pesten

Er zijn nog weinig specifieke interventies ontwikkeld voor het tegengaan van cyberpesten. Wellicht kan cyberpesten worden geïntegreerd in bestaande interventies.

Goed onderbouwde Nederlandse antipestprogramma’s

In 2017 is de effectiviteit van een tiental programma’s tegen pesten onderzocht. Programma’s die in het primair onderwijs binnen een schooljaar pesten verminderen, zijn PRIMA, KiVa en, voor de jongste kinderen Taakspel. Deze programma’s zijn bedoeld voor de hele klas. Het enige effectieve programma gericht op individuele kinderen is Alles Kidzzz. De programma’s zijn lang niet altijd effectief over de hele breedte, maar alleen op onderdelen. Soms voorkomen ze bijvoorbeeld wel andere gedragsproblemen of verminderen ze conflicten, maar leiden ze niet tot minder pesten.

Een belangrijke bron die scholen kan ondersteunen bij het kiezen van een passende interventie is de NJI-databank Effectieve jeugdinterventies. De programma’s PRIMA, aanpak van pesten voor scholen, Sta sterk, en Plezier op school zijn daarin beoordeeld als goed onderbouwd. KiVa en It’s up to you zijn ‘effectief volgens goede aanwijzingen’. Dit laatste programma kan ook worden ingezet als een eerste stap in het tegengaan van cyberpesten.

Alvorens een antipestprogramma te kiezen is het dus essentieel goed na te gaan welke doelen de school heeft met de inzet van een programma.  En het is belangrijk te onderzoeken van welke programma’s is aangetoond dat ze een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van die doelen.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Edith van Eck, Kennismakelaar Kennisrotonde Vraagsteller: leerkracht basisonderwijs
Referentie: Kennisrotonde. (2018). Wat is een effectieve methode om pesten tegen te gaan? (KR.410) Den Haag: Kennisrotonde.

Vraag

Wat is een effectieve methode om pesten tegen te gaan?

Kort antwoord

Pesten in het onderwijs is een wijdverbreid probleem met grote consequenties voor leerlingen, nu en in hun latere leven. Pesten binnen het onderwijs kan worden teruggedrongen; er is een aantal antipestprogramma’s waarvan de effectiviteit is aangetoond. Effectieve aanpakken combineren interventies op school-, klassikaal en individueel niveau. Kenmerkend voor antipestprogramma’s is dat zij zich veelal richten op een breed scala aan doelen; niet alleen het terugdringen van pesten, maar ook het bevorderen van welbevinden, weerbaarheid, het aanleren van sociaal gedrag, etc.

Welk programma voor een concrete school de beste keus is hangt af van de context en wat er op school speelt, en van de concrete doelen die de school met de inzet van zo’n programma wil bereiken.

Toelichting antwoord

Introductie

Pesten is stelselmatige agressie waarbij één of meer personen in een machtspositie proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychologisch schade toe brengen. Gepest worden kan tal van negatieve consequenties hebben, waaronder slechte schoolprestaties, schoolverzuim, eenzaamheid, gebrek aan vertrouwen in zichzelf en anderen, en psychische klachten als depressiviteit tot ver in de volwassenheid. En niet alleen slachtoffers ondervinden (soms blijvende) schade, ook kinderen die pesten lopen het risico in hun ontwikkeling slechter af te zijn.

Pesters hebben vaak moeite te leren met overleg of begrip voor anderen iets te bereiken en blijven vaak onaangepast gedrag vertonen en hebben daardoor een verhoogde kans op latere leeftijd probleemgedrag te vertonen, zoals delinquentie. Niet direct betrokken klasgenoten voelen zich niet veilig en zijn angstig om het volgende slachtoffer te worden (Orobio de Castro et al., 2018; Gremmen, 2018).

Preventie van pesten krijgt dan ook steeds meer aandacht; er is een groot aantal programma’s ontwikkeld om scholen te helpen pesten terug te dringen. Er zijn verschillende typen programma’s te onderscheiden. Er zijn universele programma’s die gericht zijn op de hele klas of de hele school om de groepsdynamiek achter pesten aan te pakken en selectieve programma’s, bedoeld voor specifieke kinderen die gerichte aandacht vragen. Dit kunnen kinderen zijn die pesten of die gepest worden, maar ook kinderen die zelf niet bij pesten betrokken zijn, maar wel een rol kunnen spelen in het verminderen daarvan.

Andere interventies hebben een bredere focus dan pesten alleen. Dit zijn bijvoorbeeld schoolprogramma's die sociale vaardigheden of weerbaarheid van leerlingen versterken of interventies die zich richten op het bevorderen van een positief schoolklimaat. Ook hier zijn er naast schoolbrede programma’s interventies die meer gericht zijn op een specifieke groep leerlingen, zoals leerlingen met externaliseren probleemgedrag, of klassen met veel conflicten. Om tot een goede keus te komen is het belangrijk dat het programma past bij de context van de school en de beoogde doelen.

De (bewezen) effectiviteit van antipestprogramma’s

Van Rooijen-Mutsaers et al. (2015) concluderen op basis van een meta-analyse dat voor het voorkomen en terugdringen van pesten vooral een schoolbrede aanpak goede resultaten blijkt op te leveren. Zo’n aanpak combineert interventies op school-, klassikaal en individueel niveau en het accent ligt vaak op het voorkómen van pesten. Er zijn er aanwijzingen dat interventies effectiever zijn wanneer meerdere sociale systemen rond kinderen worden betrokken, zoals de schoolomgeving, thuisomgeving en leeftijdsgenoten. Individuele interventies en maatregelen lijken niet of minder effectief te zijn, of in sommige gevallen het pesten zelfs te verergeren.

Werkzame bestanddelen in de door genoemde auteurs onderzochte aanpakken zijn:

  • Aandacht voor een goed schoolklimaat;
  • Toezicht op het schoolplein;
  • Het hanteren van disciplinerende methoden in de klas en op school;
  • Training voor leerkrachten over pesten;
  • De vorming van teams van leerkrachten, leerlingen en eventueel schoolmaatschappelijk werkers die samen werken bij het begeleiden van kinderen die gepest worden en pesten.

Verder blijkt het relevant aandacht te besteden aan:

  • Het trainen en informeren van ouders;
  • Klassemanagement;
  • Klassikale regels tegen pesten;
  • Schoolbrede bijeenkomsten over pesten;
  • Het gebruik van video’s om bewustzijn te verhogen;
    • Het monitoren van effecten en het evalueren van de ingezette maatregelen;
    • Documentatie van pestincidenten (dit kan dienen om risicofactoren in school te identificeren);
    • Activiteiten gericht op het opbouwen van een relatie tussen leerlingen;
    • Actieve participatie van leerlingen bij de preventie van pesten;
    • Aandacht voor zowel de slachtoffers van pesten als voor de leerlingen die pesten.

Ten tijde van het onderzoek van Van Rooijen-Mutsaers et al. (2015) waren er nog weinig specifieke interventies ontwikkeld voor het tegengaan van cyberpesten. De auteurs concluderen op basis van het verrichte onderzoek dat het wellicht niet nodig is daarvoor aparte interventies te ontwikkelen, maar dat cyberpesten kan worden geïntegreerd in bestaande interventies.

Verder was er nog weinig onderzoek verricht naar de invloed van demografische factoren of van omgevingsfactoren op de effectiviteit van antipestprogramma’s. De invloed van leeftijd van de leerlingen op de effectiviteit van anti-pestprogramma’s lijkt het meeste onderzocht. De beschikbare resultaten zijn echter niet eenduidig (Van Rooijen-Mutsaers et al., 2015).

In 2017 onderzocht een multidisciplinair consortium de effectiviteit van een tiental programma’s tegen pesten in de Nederlandse onderwijspraktijk (Orobio de Castro et al., 2018). Het gaat om programma’s die door de onafhankelijke commissie Antipestprogramma’s als kansrijk waren aangemerkt. De conclusie luidt dat enkele van deze programma’s het pesten in het primair onderwijs daadwerkelijk kunnen terugdringen.

Programma’s die in het primair onderwijs binnen een schooljaar pesten verminderen, zijn PRIMA, KiVa en, voor de jongste kinderen op de basisschool, Taakspel. Dit zijn programma’s die bedoeld zijn voor de hele klas. Van de twee onderzochte programma’s die zich op individuele kinderen richten, bleek Alles Kidzzz effectief. De onderzoekers wijzen er wel op dat de programma’s lang niet altijd effectief zijn over de hele breedte, maar alleen op onderdelen. Soms voorkomen ze bijvoorbeeld wel andere gedragsproblemen of verminderen ze conflicten, maar leiden ze niet tot minder pesten.

NJI-databank effectieve jeugdinterventies

Een belangrijke bron die scholen kan ondersteunen bij het kiezen van een passende interventie vormt de NJI-databank Effectieve jeugdinterventies (https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende- interventies?q=). Het Nederlands JeugdInstituut (NJI) heeft deze databank een aantal jaren terug opgezet en houdt die sindsdien bij. Antipestprogramma’s maken deel uit van die databank. Basis voor de beoordeling van de effectiviteit vormt evaluatieonderzoek van die interventies. De databank wordt aangevuld met nieuwe programma’s en nieuw onderzoek.

Een erkenningscommissie beoordeelt de interventies. Er zijn vier niveaus waarop de commissie een interventie kan erkennen: Goed onderbouwd, en effectief volgens eerste, goede, respectievelijk sterke aanwijzingen voor effectiviteit. In de databank zijn voor leerlingen in de basisschoolleeftijd vijf programma’s gekwalificeerd met de beoordeling goed onderbouwd’, respectievelijk ‘effectief volgens goede aanwijzingen’. In de categorie ‘goed onderbouwd’ gaat het om PRIMA, aanpak van pesten voor scholen, Sta sterk, en Plezier op school. In de categorie ‘effectief volgens goede aanwijzingen’ zijn dat KIVA en It’s up to you. Dit laatste programma kan ook worden ingezet als een eerste stap in het tegengaan van cyberpesten.

Onderbouwd kiezen van een programma

De beoordeling van wat effectief is volgens de criteria van de databank Effectieve Jeugdinterventies wijkt deels af van de beoordeling in diezelfde programma’s in het onderzoek van Orobio de Castro et al. (2018).

Het NJI gaat in een nieuwsbrief (NJI, 2018) in op oorzaken voor die verschillende bevindingen. Deels is dit te verklaren door de relatief korte looptijd van het onderzoek van Orobio de Castro et al. (2018). Het onderzoek betreft een effectmeting één jaar na invoering van het programma op de onderzochte scholen. Uit het onderzoek blijkt dat die invoering op veel scholen (nog) onvoldoende was gerealiseerd. Dit kan een verklaring zijn voor het uitblijven van de gewenste effecten, zoals ook door Orobio de Castro et al. (2018) wordt opgemerkt.

Ook konden niet alle programma’s in het onderzoek worden meegenomen omdat er onvoldoende deelnemende scholen konden worden geworven om een voldoende sterk onderzoeksdesign te realiseren. En ten slotte wordt gesignaleerd dat de beoordeling van effectiviteit van het NJI meer betreft dan alleen effecten op pesten, ook effecten op andere beoogde doelen van de programma’s als het bevorderen van weerbaarheid, welbevinden, e.d. worden in de beoordeling betrokken.

Alvorens een antipestprogramma te kiezen is het dus belangrijk goed na te gaan welke doelen de school heeft met de inzet van een programma, en van welke programma’s is aangetoond dat ze een bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van die doelen.

Geraadpleegde bronnen

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Cursus
Vertrouwenspersoon in het primair onderwijs
Vertrouwenspersoon in het primair onderwijs
Een veilig schoolklimaat bevorderen
Medilex Onderwijs 
Webinar
Burgerschap door sociale cohesie in de klas
Burgerschap door sociale cohesie in de klas
Webinar met Gert-Jan Veerman
Wij-leren.nl Academie 
5 redenen waarom pesten niet stopt
Vijf redenen waarom pesten niet stopt
Ivo Mijland
Pesten tips
Pesten: wat kun je doen in de klas?
Anton Horeweg
Pesterijen op school
Pesterijen op school - oorzaken - profielen van betrokkenen
Machiel Karels
Gevolgen van pesten
Pesten op school - gevolgen en aanpak
Machiel Karels
Pesten groepsaanpak
Pesten vraagt om een positieve groepsaanpak
Kees van Overveld
Steungroepaanpak
Steungroepaanpak van pesten. Toeschouwers en pesters in gesprek.
Dirk van der Wulp
Leraren pesten leraren
Leraren pesten leraren
Kees van Overveld
Klassenfeestjes, manier om sociale uitsluiting tegen te gaan
Klassenfeestjes, een feestelijke manier om sociale uitsluiting tegen te gaan
Laura Batstra
De traumasensitieve school
De traumasensitieve school
Marleen Legemaat
Meidenvenijn
Meidenvenijn in het basisonderwijs - Preventie en aanpak
Arja Kerpel
De Ringaanpak
De Ringaanpak - Een groepsdynamische benadering voor een veilige klas
Korstiaan Karels
Alles over pesten
Alles over pesten
Helèn de Jong
Pesten aanpakken
Pesten aanpakken - lessenserie voor de basisschool
Arja Kerpel
Voorkom probleemgedrag
Voorkom probleemgedrag
Arja Kerpel

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
Omix Webtalks met Jitske Kramer - Culturen en tribes in het onderwijs.
redactie
Groepsdynamica in een video van één minuut uitgelegd
Groepsdynamica in een video van één minuut uitgelegd
redactie
[extra-breed-algemeen-kolom2]



pesten
pestprotocol
positive behavior support (pbs)
schoolklimaat
veiligheid
vertrouwenspersoon

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest