Tweetalig onderwijs in het mbo: beter arbeidsmarktperspectief?

Geplaatst op 25 april 2017

Samenvatting

Tweetalig onderwijs wordt behalve in het voortgezet onderwijs ook op mbo-scholen aangeboden. Het is aannemelijk dat tweetalig onderwijs op het mbo positieve effecten heeft op taalvaardigheid in de tweede taal. Wat betreft een beter arbeidsmarktperspectief van de studenten: bij internationaal georiënteerde beroepen is het van meerwaarde om meerdere talen goed te beheersen, zo blijkt uit een enkel onderzoek.

Tweetalig onderwijs in Nederland

In Nederland wordt met name in het voortgezet onderwijs tweetalig onderwijs aangeboden. Bij tweetalig onderwijs wordt bij inhoudelijke vakken (zoals geschiedenis en aardrijkskunde) in een andere taal lesgegeven.

Ook mbo-instellingen bieden tweetalig onderwijs aan. In de desbetreffende opleidingen wordt minstens 50% van de (beroepsgerichte) vakken in het Engels gegeven of, bij een enkele opleiding, in het Duits. Het niveau van de vakkennis en de taalvaardigheid Nederlands van de mbo-studenten die tweetalig onderwijs volgen, mag niet afwijken van dat van andere studenten. Bovendien moet veel aandacht worden besteed aan de internationale oriëntatie van studenten die tweetalig onderwijs volgen. Zo moeten studenten deelnemen aan een (of meerdere) internationale projecten of een stage volgen met een internationaal karakter.

Er is (nog) geen onderzoek gedaan naar de vorm en de meerwaarde van tweetalig onderwijs in het mbo. Daarom hebben we gekeken naar studies naar tweetalig onderwijs in andere schooltypen en in internationale context. Deze studies geven een beeld van de mogelijke meerwaarde van tweetalig onderwijs in het mbo, maar geven daarover geen zekerheid.

Taalvaardigheid

Leerlingen die tweetalig voortgezet onderwijs hebben gevolgd, beheersen de Engelse taal op hoger niveau dan leerlingen die geen tweetalig onderwijs hebben gevolgd. De woordenschat is hoger en de schrijfvaardigheid in het Engels is beter. Deze voorsprong is blijvend. Tweetalig onderwijs heeft mogelijk ook cognitieve voordelen op executieve functies ofwel uitvoerende regelfuncties.

Daarnaast hoeft de betere beheersing van Engels niet ten koste te gaan van de beheersing van andere vakken die in de tweede taal gegeven zijn, zoals geschiedenis en aardrijkskunde. Ook de taalvaardigheid in het Nederlands hoeft er niet onder te leiden. Het is aannemelijk dat dezelfde effecten bij mbo-studenten optreden. Internationale literatuur laat bovendien zien dat bij studenten met een lager intelligentieniveau dezelfde positieve effecten optreden als bij bovengemiddeld intelligente studenten.

Nederlands

In de meeste aangehaalde studies over tweetalig onderwijs worden alleen positieve effecten gevonden op taalvaardigheid in de tweede taal en op motivatie van leerlingen en van docenten. Zorgen over een mogelijk negatief effect op de beheersing van het Nederlands of andere schoolvakken blijken dus ongegrond. Er zijn echter ook kritische geluiden. De meeste studies naar de effecten van tweetalig onderwijs voldoen niet aan wetenschappelijke criteria. Zo blijkt uit een brede reviewstudie over Content Language Integrated Learning in Europa. Al met al is het beschikbare onderzoek niet erg overtuigend.

Aansluiting arbeidsmarkt

De meerwaarde van tweetalig onderwijs voor de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is nauwelijks onderzocht. Wel wordt vaak aangenomen dat tweetalig onderwijs goed is voor het arbeidsmarktperspectief. Afgestudeerde universitaire studenten en toekomstige werkgevers blijken internationale skills belangrijk te vinden. Met internationale skills wordt hier bedoeld interculturele vaardigheden, internationale betrokkenheid en internationale vakkennis, maar ook taalvaardigheid in een tweede taal.

Het is aannemelijk dat bij internationaal georiënteerde beroepen het bij uitstek van meerwaarde is om meerdere talen goed te beheersen. Maar werkgevers in internationale bedrijven geven wel aan dat kennis van het Nederlands daar ook bij hoort.

Uitgebreide beantwoording

Opgesteld door: Tinka van der Kooij (kennismakelaar)
Vraagsteller: Projectmedewerker mbo

Vraag

Wat is er bekend over een (blijvende) verbetering van de taalvaardigheid in de tweede taal bij tweetalig mbo en zorgt dat voor een beter arbeidsmarktperspectief?

Kort antwoord

Tweetalig onderwijs wordt behalve in het voortgezet onderwijs ook op mbo-scholen aangeboden. Er is (nog) geen onderzoek gedaan naar de manier waarop tweetalig onderwijs in het mbo vorm krijgt, laat staan naar de meerwaarde ervan voor deze onderwijssector. Op basis van onderzoek in andere onderwijssectoren en in internationale context is het wel aannemelijk dat tweetalig onderwijs ook op het mbo positieve effecten heeft op taalvaardigheid in de tweede taal. Ook is er geen onderzoek dat aantoont dat tweetalig onderwijs in het mbo, of in het voortgezet onderwijs, zorgt voor een beter arbeidsmarktperspectief van de studenten. Naar aanleiding van een enkel onderzoek kunnen we slechts concluderen dat het bij uitstek bij internationaal georiënteerde beroepen van meerwaarde is om meerdere talen goed te beheersen.

Toelichting antwoord

Tweetalig onderwijs in Nederland

In Nederland wordt met name in het voortgezet onderwijs tweetalig onderwijs aangeboden. Bij tweetalig onderwijs worden inhoudelijke vakken (zoals geschiedenis en aardrijkskunde) in een andere taal lesgegeven. Deze methode van taal leren heet ook wel Content Language Integrated Learning. Het verschilt per onderwijssector hoeveel les er in de tweede taal wordt gegeven, dat is minstens 30% van de lessen op het vmbo en minstens 50% op havo- of vwo-niveau. Meestal is de tweede taal Engels. In Nederland zijn volgens de laatste meting (Nuffic, 2016) 120 scholen met een tweetalige vwo-afdeling, daarvan hebben 54 ook een tweetalige havo-afdeling en er zijn 27 tweetalige vmbo-afdelingen of –scholen.

Ook mbo-instellingen bieden tweetalig onderwijs aan. In de desbetreffende opleidingen wordt minstens 50% van de (beroepsgerichte)vakken in het Engels gegeven, of, bij een enkele opleiding, in het Duits. Voor scholen of opleidingen die tweetalig onderwijs aanbieden is een standaard ontwikkeld (Nuffic, 2016). Deze standaarden beschrijven waar scholen aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de keurmerken tweetaling onderwijs (tto). Zo staat er in de standaard bijvoorbeeld beschreven welk percentage van het onderwijs in de tweede taal moet worden onderwezen, randvoorwaarden voor personeel en materieel en dat de school moet voldoen aan een bepaalde Europese en internationale oriëntatie. De standaard voor tweetalig mbo-onderwijs stelt dat het niveau van de vakkennis en de taalvaardigheid Nederlands van de mbo-studenten die tweetalig onderwijs volgen niet mag afwijken van dan van de studenten die geen tweetalig onderwijs volgen. Ook moet er volgens de standaard veel aandacht besteed worden aan de internationale oriëntatie van studenten die tweetalig onderwijs volgen. Zo moeten studenten deelnemen aan een (of meerdere) internationale projecten of een stage volgen met een internationaal karakter.

Er is (nog) geen onderzoek gedaan naar de manier waarop tweetalig onderwijs in het mbo vorm krijgt, nog naar de meerwaarde ervan. Om te kunnen concluderen of tweetalig onderwijs meerwaarde heeft, specifiek in het mbo, kunnen we dus niet terugvallen op empirisch onderzoek. Daarom hebben we gekeken naar studies naar tweetalig onderwijs in andere schooltypen, bijvoorbeeld het vmbo of studies naar vergelijkbare tweetalige onderwijsvormen in internationale context. Deze studies geven een beeld van de mogelijke meerwaarde van tweetalig onderwijs in het mbo, maar geven daarover geen zekerheid.

Taalvaardigheid

Om te kunnen beoordelen of tweetalig onderwijs meerwaarde heeft voor de aansluiting op de arbeidsmarkt (dus: een hogere kans op een baan en/of een baan in een internationaal georiënteerde werkomgeving) moeten we eerst kijken of tweetalig onderwijs überhaupt positieve effecten heeft op de taalvaardigheid in de tweede taal. We hebben gekeken in andere onderwijssectoren wat er bekend is over de effecten van tweetalig onderwijs op taalvaardigheid in de tweede taal. Het is aannemelijk dat hetzelfde effect bij mbo-studenten optreedt.

In enkele studies is specifiek gekeken naar de effecten op taalvaardigheid van tweetalig onderwijs in het voortgezet onderwijs. Dit onderzoek laat zien dat leerlingen die tweetalig voortgezet onderwijs hebben gevolgd de Engelse taal op hoger niveau beheersen dan leerlingen die geen tweetalig onderwijs hebben gevolgd. Verspoor et al. (2010) laten zien dat de woordenschat hoger en schrijfvaardigheid in het Engels beter zijn en dat deze voorsprong blijvend is (Verspoor, de Bot, Edelenbos, van Rein, & Schuitemaker-King, 2010; Verspoor, de Bot, & Xu, 2015). Andere studies laten zien dat tweetalig onderwijs niet alleen zorgt voor een betere taalbeheersing van het Engels, maar dat er mogelijk ook cognitieve voordelen zijn van tweetalig onderwijs op executieve functies ofwel uitvoerende regelfuncties (e.g. Bialystok, 2008 of Christoffels, de Haan, Steenbergen, Wildenberg, Colzato, 2015). Daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat de betere beheersing van Engels ten koste hoeft te gaan van de beheersing van andere vakken die in de tweede taal gegeven zijn zoals geschiedenis en aardrijkskunde. Ook de taalvaardigheid in het Nederlands hoeft er niet onder te leiden (Admiraal et al. 2006; De Graaff, 2013; Huibregtse, 2001; Seikkula-Leino, 2007).

Bovenstaande studies gaan allemaal over tweetalig onderwijs in het vwo. Treden deze positieve effecten ook op bij leerlingen van het havo of vmbo? Er zijn enkele studies (in Nederland en internationaal) waarin is gekeken naar tweetalig onderwijs op lagere niveaus of bij leerlingen met minder academische vaardigheden of leerachterstanden. Verspoor et al. (2013) laten in hun studie zien dat tweetalig vwo en tweetalig havo even effectief zijn. Zowel leerlingen van het tweetalig vwo als het tweetalig havo halen in elk leerjaar in hun schoolcarrière een hoger niveau van Engelse taalvaardigheid dan ‘reguliere’ leerlingen. Weliswaar zijn de prestaties van leerlingen in het tweetalig vwo beter dan die van leerlingen van het tweetalige havo, maar dat verschil wijkt niet af van het verschil in leerprestaties van reguliere vwo- en havoleerlingen.

Er zijn twee Nederlandse studies naar tweetalig onderwijs in het vmbo (Tanner & De Graaff, 2011; Denman et al., 2013). Beide ondersteunen hun studie met theorie en empirie uit de internationale literatuur omdat er geen Nederlands onderzoek voorhanden is over de effecten op taalvaardigheid van tweetalig onderwijs op lagere onderwijsniveaus. Volgens Tanner & De Graaf (2011) bestaat bij ouders en/of scholen vaak de zorg dat tweetalig onderwijs niet dezelfde positieve effecten zullen hebben op het vmbo als bij havo/vwo. Internationale literatuur laat echter zien dat bij vergelijkbare tweetalige onderwijsvormen bij studenten met een lager intelligentieniveau dezelfde positieve effecten optreden als bij bovengemiddeld intelligente studenten. Een belangrijke studie op dit gebied is de reviewstudie van Genesee (2007) over de ‘French Immersion’ programma’s in Canada die er op zijn gericht Engelstalige Canadezen Frans als tweede taal te leren. Immersion is dezelfde soort didactiek als tweetalig onderwijs in Nederland, een groot deel van het curriculum wordt in de tweede taal gegeven. Genessee (2007) vond in zijn onderzoek dat studenten met lager dan gemiddelde intelligentie niet minder succesvol waren in het leren van de tweede taal dan de bovengemiddeld intelligente studenten. Hun inhoudelijke vakkennis was op hetzelfde niveau als dat van vergelijkbare leerlingen in ‘non-immersion’ scholen en hun Franse taalvaardigheid was significant beter. Denman et al. (2013) wijzen daarnaast op twee studies over tweetalig onderwijs in Finland. Die demonstreren dat ook daar de laagste niveaugroep hoger scoort op taalvaardigheid in de tweede taal dan de groepen die geen tweetalig onderwijs hebben genoten (Merisuo-storm, 2006; Seikkula-Leino, 2007). Verder noemen Denman et al. (2013) een studie uit Duitsland (Dalton-Puffer, 2007) waarin wordt aangetoond dat studenten met gemiddelde of lager dan gemiddelde intelligentie meer voordeel hebben (dus meer vooruitgang boeken) van tweetalig onderwijs dan studenten met hoge intelligentie, deze laatste groep ontwikkelt ook een hoge taalvaardigheid in de tweede taal in het reguliere taalonderwijs. Uit deze studie uit Duitsland blijkt dus dat tweetalig onderwijs bij uitstek geschikt is voor de lagere onderwijsniveaus. De twee Nederlandse studies (Denman et al., 2013; Tanner & De Graaf, 2011) hebben zelf niet de effecten van tweetalig vmbo op taalvaardigheid in de tweede taal onderzocht maar bestuderen de implementatie en good practices van tweetalig onderwijs op de lagere schoolniveaus.

In de meeste aangehaalde studies over tweetalig onderwijs worden alleen positieve effecten gevonden op taalvaardigheid in de tweede taal en op motivatie van leerlingen en van docenten. Zorgen over een mogelijk negatief effect op de beheersing van het Nederlands of andere schoolvakken blijken uit deze studies ongegrond. Er zijn echter ook kritische geluiden. Een brede reviewstudie (Pérez-Cañado, 2012) neemt het onderzoek over Content Language Integrated Learning in Europa onder de loep. De onderzoeker concludeert dat, hoewel er veel studies worden gedaan naar de effecten van tweetalig onderwijs, slechts een enkele studie methodologisch goed in elkaar zit en rekening houdt met alle relevante variabelen en factoren. Ze signaleert dat in Nederland veel onderzoek gedaan wordt naar tweetalig onderwijs in vergelijking met andere Europese landen, maar dat ook het Nederlands onderzoek vaak niet aan wetenschappelijke criteria voldoet. Al met al is het beschikbare onderzoek niet erg overtuigend. Over één ding zijn alle onderzoekers in dit domein het eens, schrijft Perez-Canado; er moet meer, grondiger en meer longitudinaal onderzoek gedaan worden om overtuigende conclusies te kunnen trekken over de effecten van tweetalig onderwijs op de taalvaardigheid in de tweede taal, de inhoudelijke vakkennis en de ontwikkeling van taalvaardigheid in de eerste taal (Coyle, Hood, & Marsh 2010; Skills-platform, 2016).

Aansluiting tweetalig onderwijs en arbeidsmarkt

De meerwaarde van tweetalig onderwijs voor de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt is nauwelijks onderzocht. In de literatuur en ‘discourse’ over tweetalig mbo-onderwijs wordt echter wel vaak gezegd dat tweetalig onderwijs goed is voor het arbeidsmarktperspectief (Kennisnet, 2016; Levende Talen Magazine, 2012). Ook in de (internationale) literatuur rond vaardigheden voor de toekomst (21st century skills) wordt beheersing van vreemde talen vaak benoemd als kernvaardigheid (Voogt & Roblin, 2010). Volgens de onderzoeksagenda van het Skills Platform (OCW Skills-platform, 2016) blijkt dat afgestudeerde universitaire studenten en toekomstige werkgevers internationale skills in het algemeen belangrijk vinden (Kostelijk et al., 2015 in OCW Skills-platform, 2016; Walenkamp et al., 2015). Met internationale skills wordt hier bedoeld interculturele vaardigheden, internationale betrokkenheid en internationale vakkennis, maar ook taalvaardigheid in een tweede taal. Ook in de onderzoeksagenda wordt geconcludeerd dat er nog geen onderzoek is gedaan naar de daadwerkelijke waarde van de internationale skills op de arbeidsmarkt.

In één studie is de waarde van de Engelse taalvaardigheid voor alumni en werkgevers onderzocht van twee internationaal georiënteerde hbo-opleidingen: TMA (Trade Management Azie) en IBL (International Business and Languages). Dit onderzoek was erop gericht om antwoord te geven op de vraag of het Engels wel of niet als voertaal in deze opleidingen moet worden ingevoerd. Uit de studie blijkt dat een goede taalvaardigheid in het Engels, bij deze bij uitstek internationaal georiënteerde beroepen en studies, van meerwaarde is op de arbeidsmarkt (aldus alumni en werkgevers) zolang de taalvaardigheid in het Nederlands er niet onder leidt (Amelsvoort & Peters, 2011). In deze internationaal georiënteerde beroepen wordt met name de meerwaarde van meertaligheid benadrukt door werkgevers. Niet alleen taalvaardigheid Engels is belangrijk, ook Nederlands, Frans, Russisch enzovoort zijn van meerwaarde in deze beroepen.

Conclusie

Al met al kunnen we concluderen dat er niet veel bekend is over tweetalig onderwijs op het mbo. Op basis van onderzoek in andere onderwijssectoren en in internationale context is het echter wel aannemelijk dat tweetalig onderwijs ook op het mbo positieve effecten heeft op taalvaardigheid in de tweede taal. Ook is er geen onderzoek dat aantoont dat tweetalig onderwijs in het mbo, of in het voortgezet onderwijs, zorgt voor een beter arbeidsmarktperspectief van de studenten. Naar aanleiding van een enkel onderzoek en de onderzoeksagenda van het Skills-platform (2016) is het aannemelijk dat bij uitstek bij internationaal georiënteerde beroepen het van meerwaarde is om meerdere talen goed te beheersen. Maar werkgevers in internationale bedrijven geven wel aan dat kennis van het Nederlands daar ook bij hoort.

Geraadpleegde bronnen

  • Admiraal, W., Westhoff, G. & Bot, K. de. (2006). Evaluation of bilingual secondary education in The Netherlands: Students’ language proficiency in English. Educational Research and Evaluation, 12(1), 75-93.
  • Amelsvoort, J. van & Peters, F. (2011). Engels als voertaal in de opleidingen TMA en IBL. Nijmegen: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt.
  • Bialystok, E. (2007). Cognitive effects of bilingualism: How linguistic experience leads to cognitive change. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 10(3), 210-223.
  • Coyle, D., Hood, P. & Marsh, D. (2010). CLIL: Content and Language Integrated Learning. Cambridge: Cambridge University Press.
  • Dalton-Puffer, C. (2007). Outcomes and processes in Content and Language Integrated Learning (CLIL): current research from Europe. In: Delanoy, W. & Volkman (eds). Future Perspectives for English Language Teaching. Heidelberg: Carl Winter.
  • Denman, J., Tanner, R. & Graaff, R. de. (2013) CLIL in junior vocational secondary education: challenges and opportunities for teaching and learning. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 16(3): 285-300.
  • Genesee, F. (2007). French immersion and at-risk students: a review of research evidence. The Canadian modern language review, 63(5): 654-687.
  • Graaff, R. de. (2013) Taal om te leren: didactiek en opbrengsten van tweetalig onderwijs [Oratie]. Geraadpleegd op https://www.uu.nl/file/25289/download?token=qB-6-bQh. Utrecht: Universiteit Utrecht.
  • Huibregtse, I. (2001). Effecten en didactiek van tweetalig voortgezet onderwijs in Nederland (proefschrift). Utrecht: Universiteit Utrecht.
  • Kennisnet. (2016). Dat kan bij ons wel: mbo-scholen om van te leren. Zoetermeer: Kennisnet.
  • Merisuo-Storm, T. (2006). Pupils’ attitudes towards foreign-language learning and the development of literacy skills in bilingual education. Teaching and teacher education, 23: 226-235.
  • Nuffic. (2016a). Standaard tweetalig mbo. Geraadpleegd op https://www.nuffic.nl/middelbaar-beroepsonderwijs/talenonderwijs/standaard-tweetalig-mbo. Den Haag: Nuffic.
  • Nuffic. (2016b). Tto-scholen. Geraadpleegd op https://www.nuffic.nl/voortgezet-onderwijs/tweetalig-onderwijs/tto-scholen. Den Haag: Nuffic.
  • Pérez-Cañado, M. L. (2012) CLIL research in Europe: past, present, and future. International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 15(3): 315-341.
  • Seikkula-Leino, J. (2007). CLIL Learning: Achievement Levels and Affective Factors. Language and Education, 21(4):328 – 341.
  • Skills-platform. (2016). Skills voor de toekomst: een onderzoeksagenda. Den Haag: Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.
  • Tanner, R. & Graaff, R. de. (2011) Proud to be tvmbo Teachers and students’ opinions about good practice in bilingual junior secondary vocational education (tweetalig vmbo). Utrecht: Centre for Teaching and Learning Utrecht University.
  • Verspoor, M. H., de Bot, K., Edelenbos, P., van Rein, E., & Schuitemaker-King, J. (2010). Een duurzame voorsprong. Resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar tweetalig onderwijs. Groningen: University of Groningen.
  • Verspoor, M. H., Xu, X. & Bot, C. J. L. de. (2013). T-vwo en t-havo. Even effectief? Groningen: University of Groningen.
  • Verspoor, M., de Bot, C., & Xu, X. (2015). The effects of English bilingual education in the Netherlands. Journal of Immersion and Content-Based Language Education, 3(1), 4-27.
  • Voogt, J., & Roblin, N. P. (2010). 21st century skills. Discussienota. Zoetermeer: Kennisnet.
  • Walenkamp, J.H.C., A. Funk & Heijer, J., den. (2015). Internationalizing Curricula. Needs and Wishes of Alumni and Employers with Regard to International Competencies. Amsterdam: European Association of International Education (EAIE).
  • Wouters, G. (2012) Tweetalig vmbo: een voorsprong voor het leven. Levende Talen Magazine, 3: 12-17. 

Meer weten?

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Gerelateerd

Woordenschatlessen
Wat maakt woordenschatlessen effectiever?
Jos Cöp

Wij-leren.nl Academie

Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief



Inschrijven nieuwsbrief

[extra-breed-algemeen-kolom2]



engels
tweetalig onderwijs TTO

 

Mis geen bijdragen

Inschrijven nieuwsbrief

Volg wij-leren.nl

Volg ons op LinkedIn Volg ons op twitter Volg ons op facebook Volg ons op instagram Volg ons op pinterest