Wat zijn toetsen?
Toetsen zijn hulpmiddelen die worden ingezet om de voortgang van een leerling te beoordelen. Het belangrijkste doel van toetsen is het beantwoorden van de vraag: Hoe staat deze leerling ervoor op dit moment, en hoe kan hij zich verder ontwikkelen?
Een kwalitatief goede toets voldoet aan drie belangrijke criteria:
- Validiteit: De toets meet daadwerkelijk wat hij beoogt te meten.
- Betrouwbaarheid: De toets levert consistente en nauwkeurige resultaten op, ongeacht wanneer of door wie hij wordt afgenomen.
- Ijking: De toets is getest op een representatieve groep leerlingen om ervoor te zorgen dat de resultaten een realistisch en vergelijkbaar beeld geven.
Een toets biedt waardevolle informatie, maar heeft ook beperkingen. Het resultaat is altijd een momentopname en kan beïnvloed worden door externe factoren, zoals de gemoedstoestand van de leerling of omgevingsomstandigheden op de dag van de toetsafname. Ook kan er sprake zijn van bias.
Summatieve toetsen en formatieve toetsen
Er zijn twee soorten toetsen: summatieve toetsen en formatieve toetsen.
Een summatieve toets is een toets die helpt om beslissingen te nemen over zakken of slagen. De toets is dan een selectiemiddel. Een summatieve toets is bijvoorbeeld een tentamen waarvan het resultaat meetelt voor een eindcijfer of een toets waarmee iemand wordt toegelaten tot een bepaald soort vervolgonderwijs. Een summatieve toets is vaak aan een norm gebonden. Het is een momentopname of een voortgangstoetsing.
Summatieve toetsen worden ingezet om te bepalen of leerlingen een specifiek onderdeel, leerjaar of onderwijssoort kunnen afsluiten.
Een formatieve toets is een toets die gebruikt wordt als leer- of instructiemiddel. Door de afname van de formatieve toets krijgt de leerkracht helder zicht op de mate van beheersing van de toetsonderdelen. Hierop kan de instructie of de leerstof dan worden afgestemd. Formatieve toetsing is een doorlopend proces van informatie verzamelen over de leerresultaten. Deze informatie kunnen de docenten of leerkrachten gebruiken voor feedback bij hun lesvoorbereiding.
Formatieve toetsen worden dus tijdens het onderwijsleerproces ingezet om te meten hoe ver leerlingen gevorderd zijn in het behalen van bepaalde doelen. Deze toetsen geven tevens inzicht in de vervolgstappen die ondernomen kunnen worden om alsnog de gestelde doelen te behalen of nieuwe doelen te formuleren.
Prikkelende poster - te downloaden of te bestellen bij Onderwijs Maak Je Samen.
Methodegebonden toetsen en methodeonafhankelijke toetsen
Naast het onderscheid tussen formatieve en summatieve toetsen1 is er ook verschil tussen methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen, ook wel LVS-toetsen genoemd.
Methodegebonden toetsen meten vaak in welke mate de leerlingen de recent aangeboden leerstof hebben begrepen en kunnen toepassen. De inhoud van de toets is gekoppeld aan de specifieke leerstof of methode die de school voor dat vak gebruikt. Het resultaat op een methodegebonden toets wordt vaak uitgedrukt in het percentage goed beantwoorde opgaven.
Methodeonafhankelijke toetsen meten een specifieke vaardigheid, bijvoorbeeld rekenen of begrijpend lezen. Het resultaat op een dergelijke toets wordt uitgedrukt in een zogeheten vaardigheidsscore of een criteriumgerichte score zoals het referentieniveau 1F, 2F of 1S. Bij methodeonafhankelijke toetsen spelen validiteit en betrouwbaarheid van de toets een belangrijke rol. Deze toetsen zijn niet gebonden aan een bepaalde methode en zijn doorgaans landelijk genormeerd.
1Sanders, P. (2011). Het doel van toetsen. In: P. Sanders (Ed.), Toetsen op school. Arnhem: Cito.
Laatst geactualiseerd op 31 december 2024